Vroeger begreep ik niet waarom ik op mijn vragen geen antwoord kreeg. Thans begrijp ik niet waarom ik de vragen stelde want er zijn geen antwoorden. – Frans Kafka
Een tijdje terug viel ik op een landerige regenachtige zondagmiddag in een kinderfilm, die in het Nederlands de titel meekreeg “Als je dit ziet ben ik dood”. In het Engels, kwam ik later achter, heeft de film een meer optimistische titel, nl. “ways to live forever”. De film gaat over een 12-jarige jochie, Sam, dat aan leukemie lijdt. Bij anderen gaat het wel over maar bij hem komt het steeds weer terug. Ondanks medicijnen en de bezoeken van zuster Dracula gaat het slechter met hem. Geïnspireerd door een docente gaat hij een boek schrijven als manier om eeuwig te leven. Hij gaat zelf op zoek naar antwoorden die niemand geeft. Zoals waarom kinderen doodgaan, wat er gebeurt na de dood, hoe daar in verschillende religies over wordt gedacht, maar ook hoe het zal zijn om een tiener te zijn, in een zeppelin te varen/vliegen, hoe het is een meisje te kussen. Een van de dingen die hij leert is dat sommige dingen perfect zijn van het begin tot het eind.
Het overkomt me iedere keer als ik van iemand afscheid neemt, dat er dan automatisch vragen in mijn hoofd beginnen te vormen. Wat als … Had ik meer/anders/iets kunnen doen? Ik weet wel dat het geen zin heeft, want dat antwoord is er niet. Er is iets gebeurd en alle vragen in de wereld gaan dat niet ongedaan maken. Met een plotseling verlies is het moeilijker om die vragen in je hoofd te stoppen. Als iemand al een tijd ziek is, dan is er meestal wel gelegenheid tot praten met die ander en wordt door het verloop van de ziekte wel duidelijk dat je met de dood rekening moet houden. Maar bij een jong iemand, die objectief gezien nog een heel leven voor zich heeft, is het toch een ander verhaal. Aan alle kanten voel je dat het niet klopt, niet zo bedoeld kan zijn. En toch het is zo. Overal om me heen lijkt wel een groot WAAROM geprojecteerd. Ook een zinloze vraag, alsof het antwoord daarop iets zou veranderen. Ik weet nog dat mijn partner, na de plotselinge dood van zijn 21-jarige zoon heel kalm opmerkte dat hij bij de geboorte van zijn zoon niet naar het waarom had gevraagd. Toen had hij dat zonder vragen dankbaar aanvaard. Welk recht had hij dan om dat bij zijn dood dan wel te vragen.
Misschien is het wel zo dat elk leven zoals het zich heeft ontwikkeld perfect was van het begin tot het eind, maar dat wij die perfectie niet kunnen zien.