Bericht aan alle bedelaars van de wereld: verborgen onder uw vloer ligt een kist met goud!
Verslaafd aan denken
Het boek heet “Verslaafd aan denken” en is van Jan Geurtz. Hij is bekend geworden van andere boeken over verslavingen, aan roken (Opgelucht) en aan liefde (Verslaafd aan liefde). Die verslaving aan roken is wel de meest herkenbare en begrijpelijke. De andere twee roepen vragen op van hoezo verslaafd aan liefde of aan denken? Want liefde is er of niet en denken hoort voor de meeste mensen bij het dagelijks werk. Toch noemt Jan Geurtz de verslaving aan denken “de meest fundamentele verslaving die er is, een waar bijna alle mensen aan lijden”.
“Bijna continu zijn we ermee bezig, soms gaat het over nuttige zaken, maar daar tussendoor denken we heel vaak dezelfde gedachten steeds opnieuw of dwalen we af in fantasie en onzin. Nog vreemder wordt het als we het moeilijk hebben en gekweld worden door pijnlijke gedachten; dan gaan we nog eens dubbel zoveel denken met als gevolg dat we ons steeds méér bekneld gaan voelen! We denken (!) dat we ons uit de problemen kunnen denken, terwijl ze er juist beklemmender door worden. Dat is de reden dat ik het een verslaving noem. Een verslaving is immers een psychisch mechanisme waarbij jouw oplossing voor een probleem dat probleem juist vergroot. Hierdoor kom je in een vicieuze cirkel terecht waar je steeds dieper in wegzakt.”
Identificatie met denken
In de posts over hoe je van moeten gek kunt worden en over de innerlijke criticus heb ik onderscheid gemaakt tussen wat je bewust denkt en wat maar in je hoofd blijft rondzingen. In het boeddhisme noemen ze dat “de apengeest”. Dat onrustig heen en weer springen van de hak op de tak, wat moet, niet zou mogen, jou niet zou mogen overkomen, wat niet hoort enz. Daarmee ben je continu je wereld aan het controleren en beheersen. Alsof jij de enige bent die weet wat wel en niet mag/moet/hoort. Bij de innerlijke criticus kreeg dit de naam “Radio KRAZY/Gekkenwerk”. Je denkt dat je het zelf bent, maar het zijn de stemmen van opvoeders, die jij bent gaan geloven en die zich op de achtergrond afspelen. Door je daarvan bewust te worden, kun je de meningen onschadelijk maken en hoef je ze niet meer te geloven. Jan Geurtz voegt daar nog iets aan toe. “Het verslavingsmechanisme is verweven met onze identiteit. Ons hele denken is erop gericht de gevoelens van zwakheid en afhankelijkheid, die we in onze jeugd hebben ervaren, te vervangen door ‘goede gevoelens’. ….. Deze contraproductieve vicieuze cirkel die in ons zelfbeeld ingebakken is, kan alleen doorbroken worden door de diepe gevoelens van afhankelijkheid en behoeftigheid uit onze jeugd niet langer te onderdrukken, maar deze te leren voelen zonder de gebruikelijk identificatie ermee. Deze gevoelens zelf zijn namelijk niet het eigenlijke probleem, het is onze identificatie ermee; de misvatting dat we ‘zijn’ wat we voelen. Zonder deze identificatie zal onze zelfafwijzing uiteindelijk oplossen in een staat van liefdevol en oordeelvrij gewaarzijn. Dat is onze natuurlijke staat van zijn.”
De gevonden oplossing, het denken, is in eerste instantie behulpzaam, maar vormt door het overmatige gebruik ervan een steeds groter probleem. De eigenlijke oplossing is weer leren voelen. Maar de moeilijkheid is dat je dan het denken moet loslaten. En omdat het een overlevingsmechanisme is, schreeuwt alles in je “nee, dat kan je niet. Dat is gevaarlijk. Nee, niet doen!” Je vecht letterlijk tegen jezelf. Dus net als een verslaafde moet je vertrouwen in jezelf hebben dat je sterk genoeg bent om dit aan te gaan en dit kunt overwinnen, stapje voor stapje. Want, zegt Jan Geurtz, “vooral tijdens pijnlijke omstandigheden als relatiecrisis, ziektes, ouderdom en naderende maakt het wel of niet overstijgen van deze denkverslaving het verschil tussen hemel en hel op aarde.
Iets om over na te denken? 🙂 Volgende keer meer.