Gele ziel: bijzonder persoon in je leven. Ze zitten ergens tussen geliefden en vrienden. Het is niet nodig elkaar vaak te zien of het contact te onderhouden. – Albert Espinosa.
Gele zielen
De vorige keer was ik op de helft en ik heb het net helemaal uitgelezen. Het viel me op dat iedereen dingen op zijn eigen manier en zijn eigen tijd leert. De adviezen in dit boek hadden ook prima in een oude traditie gepast, maar Albert Espinosa heeft ze geleerd in het ziekenhuis. Soms van andere ‘gladjakkers’, soms van een verpleegkundige of de moeder van een andere patiënt. In dit boek zijn 23 adviezen opgenomen omdat de schrijver gelooft dat 23 een magisch getal is. De vorige keer noemde ik er een paar, maar het doet het boek geen recht als ik me alleen daartoe zou beperken. Onder de noemer “om te leven” introduceert hij het begrip “gele ziel”, hierboven is een eerste definitie ervan opgenomen.
Maar waar komt het vandaan. “In het ziekenhuis heb ik veel gele zielen ontmoet, maar toen wist ik nog niet dat ze het waren. Ik dacht dat ze vrienden waren, verwante geesten, mensen die me steunden, beschermengelen. Ik kon maar niet begrijpen waarom iemand die je even daarvoor nog niet kende ineens een deel van jezelf kon worden, je beter begreep dan wie ook in deze wereld en je zo goed steunde dat je je begrepen en gekend voelde.” Ze verschillen van vrienden, want vriendschap vereist een regelmatig contact en meestal een langere tijd om dichterbij te komen. En de schrijver vraagt zich af: “Kun je bevriend zijn met iemand die je nooit ziet, als je die persoon nooit ontmoet? In theorie kan dat niet. In theorie. …. Op een dag snapte ik het. Er zijn vrienden die je vriendschap geven, er zijn geliefden die je hartstocht, seks of liefde geven, en dan zijn er nog gele zielen. Wat liefde en vriendschap met elkaar gemeen hebben is warmte, en warmte komt van de zon en de zon is geel.”
Gele zielen vervangen vrienden niet. Maar dit is een bijzondere categorie. “Het belangrijkste is dat een gele ziel geen ‘onderhoud’ nodig heeft; je hoeft hem niet te bellen of vaak te zien (één keer is meestal al genoeg); de relatie hoeft niet jarenlang te rijpen. … Geel is het woord waarmee je die mensen aanduidt die je leven veranderen (een beetje of heel ingrijpend) en die je wel of niet terugziet.” De kenmerken zijn dat je er mee kunt praten zonder allerlei maskers op te houden ook al heb je diegene net ontmoet. Je kunt elkaar aanraken zonder dat het een bijbedoeling heeft. Volgens de schrijver raken mensen elkaar te weinig aan. Je kunt getuige zijn van iemands slapen en wakker worden, opnieuw zonder bijbedoeling, zoals je dat van kamergenoten in het ziekenhuis kunt meemaken. En de relatie met een gele ziel duurt alleen maar zolang het nodig is. “Ze hebben je bijgestaan, hebben je op een bepaald moment gesteund of jij hebt hen geholpen toen dat nodig was. Daarna vervolgen ze hun weg en worden ze de gele ziel van iemand anders.
De schrijver heeft nog een lijst opgenomen van kenmerken waaraan je jouw gele zielen kunt ontdekken. Maar in je leven kom je er maar 23 tegen. Dus ga niet te pas een te onpas gele zielen opzoeken. Op het juiste moment zullen ze wel verschijnen. Maar een mooie gedachte nietwaar, dat er iemand is die je op het moment dat je het nodig hebt zal steunen en daar niets voor terug vraagt. En nog mooier als jij zelf ook een gele ziel voor iemand kunt zijn, die dat nodig heeft.
Het boek ademt een verfrissend optimisme uit tot de laatste pagina. Ook als hij het heeft over de angst voor de dood loslaten. Want je kunt geen goed verhaal schrijven zonder een einde. En de dood zorgt voor een zeker en waardig einde, dus ga het niet uit de weg en wees er niet bang voor, maar leer het kennen.
Binnenkort komt er van hem een nieuw boek uit, de blauwe wereld (el mundo azul) denk ik, want er is nog geen Nederlandse vertaling van. Ik ben benieuwd.