Aangeboren optimisme

Het kan geen kwaad optimistisch te zijn. Je kunt altijd later nog huilen.

Optimisme wordt overschat
Tenminste dat wordt weleens beweerd. Ik vond er zelfs een TedTalk over, The optimism bias die begint met de stelling dat mensen hun eigen kansen altijd beter inschatten dan dat ze zijn. Met een scheidingspercentage van ca 40% denken mensen die gaan trouwen toch niet dat het hen overkomt. Dat lijkt me alleen maar logisch. Want als je denkt dat het niet gaat lukken, dan kun je er maar beter niet aan beginnen. Maar zo schatten we veel in ons eigen leven niet realistisch in, maar optimistisch. Maar als het gaat om anderen, de economie of de maatschappij dan zijn we niet zo optimistisch. Dat geldt ook voor de kans dat onszelf iets overkomt bijv. door roken. Dat gebeurt vooral bij anderen. Als je dat combineert met de informatie van de vorige post, kun je misschien een verklaring vinden voor het feit dat we langer blijven hangen in een negatief gevoel. Als je iets nl. helemaal niet verwacht kan het schokkend zijn als het je wel overkomt.

Is optimisme dan aangeboren?
Als je de bovenstaande talk beluistert zou het wel zo kunnen zijn. Het is een feit dat mensen over het algemeen hun eigen kansen en kwaliteiten positiever inschatten. Dat leidt vaak tot succes. Als we een goede uitkomst verwachten, zijn we meestal beter af. Als we onze eigen mogelijkheden en kansen niet hoopvol inschatten, dan zouden we allemaal een beetje depressief zijn. Je verwachtingen leiden tot de gewenste uitkomst of je nu optimistisch of pessimistisch denkt. Er zijn veel voordelen aan optimisme aangetoond. Maar het kan geen kwaad om af en toe je roze bril af te zetten en in de termen van Edward de Bono “ook eens je zwarte hoed op te zetten”. Want als we volgens bovenstaande talk alleen maar het positieve zien, leidt dat tot risicovolle situaties. Maar wat is de spreuk ook al weer? Better to have loved and lost, than never have loved at all? Ik weet nog dat een caberetier bij het begin van een relatie alle boeken, cd’s etc voorzag van zijn eigen naam, want anders ging je er bij de scheiding maar om vechten. Dat is ook een manier, maar is het jouw manier?

Veiligheidsmaatregelen nemen?
Als we een nieuwe onderneming willen starten is het beter om niet in illusies te geloven, maar ook datgene wat mis kan gaan in kaart te brengen. Het hoeft je beslissing om toch te beginnen niet in de weg te staan, maar kan wel zorgen dat je wat veiligheidsmaatregelen hebt genomen. Je springt niet onvoorbereid in het diepe, maar hebt gezorgd dat je kunt zwemmen, weet hoe ver je moet zwemmen en of er een sterke stroming staat.

Voor mij is optimisme dus niet blind zijn voor wat er kan gebeuren, maar de positieve kant kiezen. Soms kun je er niets aan doen dat er iets mis gaat en veel dingen die mis gaan kun je van te voren niet bedenken. Dat kun je heel goed zien als je kijkt naar mensen die een eigen huis bouwen, het roer omgooien of iets anders helemaal nieuw beginnen. Als ze alles van te voren hadden geweten, waren ze er waarschijnlijk nooit aan begonnen. Mijn moeder zei heel vaak: als je alles van te voren wist, dan kun je met een kwartje de wereld rond. De werkelijkheid is dat het leven onvoorspelbaar is. Als je voelt dat je iets echt wilt, ga het dan vooral doen en bedenk hoeveel risico je kunt lopen.

Volgende keer: het pleidooi van Leo Bormans om vooral een optimist te worden. Hij heeft het vooral gekoppeld aan gelukkig zijn.

Ontsnappen

Face the facts of being what you are, for that is what changes what you are.- Soren Kierkegaard (Zie de feiten over wat je bent onder ogen, want dat is wat verandert wat je bent).

De overige celblokken
Er zijn nog meer celblokken, maar hiervan zegt de titel je al genoeg.
Blok D, twijfel aan jezelf
Blok E, gebrek aan bewustzijn
Blok F, perfectionisme
Blok G, gebrek aan verbeeldingskracht
Blok H, denken dat het echt is.

Door de muur heen breken
En dan is het nu tijd om door de muur van je cel heen te breken. Tenminste als je er last van hebt en een idee hebt van hoe het anders zou kunnen zijn als je tegen alles wat je weerhoudt F**k it kunt zeggen.
Ik neem als voorbeeld de tekst hoe je door de muur van celblok B, Angst kunt ontsnappen. Want angst dat kent bijna iedereen.

“Onder alles waar je bang voor bent, alles waar ik bang voor ben, alles waar bijna elk mens op deze planeet bang voor is, ligt de simpele angst voor dood en verlies; die constante onderstroom in het bewustzijn die ons influistert dat dit niet voor eeuwig is. En dat het pijn doet. …
Ik wil niet gaan. Ik wil nooit gaan. Ik wil nooit afscheid moeten nemen van mijn gezin. Ik wil eeuwig blijven leven.

Dat is de waarheid. Ik wil voor altijd blijven leven. En alles wat me eraan herinnert dat ik niet eeuwig zal blijven leven, doet pijn. Er zijn zoveel dingen die mij en ons eraan herinneren dat niet eeuwig zal duren. ….

Alles moet weg. Alles verdwijnt. Dat is een feit. Maar dat betekent niet dat dat gemakkelijk te aanvaarden is.

Het is waar en het geldt ook voor jou. Uiteindelijk blijken de meeste angsten die je hebt te zijn gebaseerd op de angst voor verlies – ja op de angst voor je eigen dood en de dood van je geliefden. ….

Het lijkt me dat we dit probleem recht in de ogen moeten kijken. Het is goed om te zien waar je bang voor bent en te begrijpen wat de bron van die angst is. Het is goed om het onvermijdelijke en onafwendbare feit dat ‘Alles Weg Moet’ niet uit de weg te gaan. F**k it is in dit geval niet het F**k it zeggen tegen de angst. Dat zou betekenen dat we die onbewuste angst negeren en gewoon met ons leven doorgaan. Nee, zeg F**k it en kijk je angsten in de ogen. Ga de confrontatie aan met de grote angst die onder al je angsten ligt.”

Geen kleine opgave. Ben jij eraan toe om door de muur van je angst heen te breken?

In welk celblok zit je?

Je zit tegenwoordig vaster in het verkeer dan in de gevangenis. – Johan Anthierens

Het celblok
Je gaat de gevangenis natuurlijk pas verlaten als je er klaar voor bent. Als je voelt dat er meer is en je een voorstelling hebt gemaakt van hoe het zou zijn om vrij te zijn. Dan durf je F**k it te zeggen tegen alles wat je nog vasthoudt. Maar voor het overzichtelijke is er in het boek F**k it 2 een onderscheid gemaakt tussen de verschillende celblokken. Een korte indruk van de verschillen.

    Celblok A: Het verhaal

“Zo heeft iedereen in Blok A zijn verhaal en ze willen dat dolgraag vertellen. Niet gek als je de teksten ziet die er op de muur van dit cellenblok staat:
Als je een verhaal te vertellen hebt, vertel het.
Jij bent een belangrijk persoon.
Sta voor dat waarin je gelooft.
Muren hebben oren en wij staan klaar om te luisteren.

Iedereen in blok A heeft een verhaal en daar zijn ze mee vergroeid. Ze leven niet in het nu, maar in het verhaal. Hun leven staat stil. Het is als een plaat met een kras. Je hoort steeds hetzelfde en dat gaat vervelen.”

Hoe lang zou je het uithouden in Celblok A? Of wil je al door de muur heenbreken? In het boek kun je daar dan meteen naar toe gaan.

Maar ik ga nog even verder met de andere celblokken.

    Celblok B: Angst

“Degenen, die naar blok B zijn gestuurd zullen denken dat ze in een lange versie van Room 101 zijn beland- een kamer waar je diepste angsten bewaarheid worden. Wie bang is voor slangen, komt in een cel vol slangen.

Op de muren staat te lezen:
68 procent van de gevangenen sterft voordat ze vrijkomen.

Het gevangeniseten is waarschijnlijk de oorzaak van het hoge percentage darmkanker onder gedetineerden.

Teveel slapen kan tot ademhalingsproblemen leiden

Te weinig slapen kan tot hartklachten leiden.

Hun angsten maken hen passief, gespannen en argwanend. … In Blok B is angst een drug. En die drug is gratis verkrijgbaar. Alle gevangenen in dit blok zijn eraan verslaafd. Niemand heeft ooit nagedacht over de langetermijneffecten van dit drugsgebruik. Niemand heeft ooit overwogen dat het grootste gevaar wel eens die angst zelf zou kunnen zijn.”

    Celblok C: serieus zijn

“Op elke muur van celblok C hangt een groot plasmascherm. De doorlopende uitzendingen zijn overal dag en nacht goed te volgen. … De gevangenen zijn erg op zichzelf. Ze voeren hun taken uit en gedragen zich netjes. Elke maand worden ze getest. … In feite op de dingen die iemand een goed en verantwoordelijk burger maken.

Als je van speelfilms houdt of van een biertje, mag je hopen dat je niet in dit celblok terecht komt. Want als je maandenlang deze uitzendingen hebt gezien of gehoord ben je er waarschijnlijk voorgoed van genezen.”

Je kunt met andere woorden ook gevangenzitten in teveel van het goede willen en alles te serieus te nemen.

10% hersencapaciteit is maar in gebruik?

You-Have-Brains-dr-deus
Je hebt een brein in je hoofd en voeten in je schoenen. Je kunt jezelf in elke richting sturen die je verkiest

Een nieuwe mythe, maar 10% van onze hersencapaciteit wordt gebruikt
De vorige keer vertelde ik over dr. Joe Dispenza, die zich afvroeg waarom wij niet meer onze vermogens om te leren en te veranderen gebruiken. We kunnen met onze hersenen veel meer dan waar we gebruik van maken. De hersenen zijn ongelooflijk flexibel en kunnen steeds weer nieuwe verbindingen maken. Door gewoontes maken we ook in ons brein steeds weer gebruik van dezelfde route. Dat hoeft helemaal niet. We hebben veel meer mogelijkheden. Deze keer laat ik daar Bruce Lipton over aan het woord. Ook van hem kun je heel veel vinden op het internet, zelfs de hele documentaire over de biologie van geloof. Dat lijkt me heel interessant, maar ik heb het nog niet gekeken. Komt binnenkort. Deze keer een kort stukje over de mythe dat we alleen maar 10% van ons brein gebruiken. Want het is echt een mythe. We hebben toegang tot 100% van ons brein. Maar dan moeten we wel leren om beide hersenhelften te gebruiken.

Waar komt de mythe vandaan?
Soms hoor je een uitspraak en die geloof je en dan wordt dit een feit. Zo is het met mij ook vergaan met deze uitspraak. Ergens heb ik dit gehoord of gelezen en voor waar aangenomen. Maar volgens dr. Bruce Lipton is dat helemaal niet waar. Uit onderzoek is gebleken dat wij in ons brein maar 10% neuronen hebben en 90% ondersteunende Glial cellen. Gedacht werd dat alleen de neuronen belangrijk waren voor de activiteit van de hersenen. Maar recent is gebleken dat ook de Glial cellen een belangrijke bijdrage leveren aan het maken van verbindingen. Dr. Lipton kan het zelf beter uitleggen. Maar de kern is dat wij 100% van ons brein ter beschikking hebben. Dan is er nog wel het obstakel dat de meeste mensen alleen de linker hersenhelft gebruiken. Dat is onze logische, analytische kant. De helft die denkt in delen en niet zo het geheel overziet. Hoe meer we gebruik maken van beide hersenhelften, hoe makkelijker we kunnen leren.
Maar we worden er ook rustiger van als we beide hersenhelften met elkaar laten samenwerken.

Hoe zorg je er dan voor dat je van beide hersenhelften gebruik maakt?
Het eenvoudigst is om je armen of benen te kruisen. Ja, echt. Als je gestresst ben, is het even kruisen van de armen een goede manier om rustiger te worden. En gek genoeg doen veel mensen dat al automatisch. Maar je kunt natuurlijk ook gericht gaan bewegen en dan veel kruislingse bewegingen toepassen. Ik zou er zelf nog meditatie en een creatieve activiteit aan toevoegen. Vooral om los te komen uit de veelheid van informatie en prikkels, die steeds een beroep doen op je linker hersenhelft. Maar neem eerst even 10 minuten de tijd om het filmpje te bekijken.

Je persoonlijke recept

Het wordt verondersteld een beroepsgeheim te zijn, maar ik vertel het je toch. Wij artsen doen niets. We moedigen slechts de arts in jou aan en helpen die een beetje. – Albert Sweitzer

Eerst de grondoorzaak achterhalen
Je begint natuurlijk niet met het recept, maar met datgene wat aan jouw klachten ten grondslag ligt. Dat kun je doen door de oefeningen in het boek “Meer brein, minder medicijn”, maar ook door te “focussen”, een “helende reis” te maken of de “zin van ziekte” te raadplegen. Al deze methoden staan in boeken, die ik eerder heb behandeld. Raadpleeg de boekenlijst als je er meer over wilt weten of zoek op die termen in het blog. Je kunt haar diagnose op alle vlakken van je leven toepassen, je relatie, je werk, je omgeving, je creativiteit, geld, gezondheid enz. Zoek op al die gebieden naar de beperkende overtuigingen, wat je vasthoudt in de situatie en wat je nodig hebt.

In mijn geval kon ik van verschillende grondoorzaken uitgaan. Ik benoem er hier drie. Ik heb deze oorzaken eerder maar in een ander licht besproken. Deze drie oorzaken hebben op heel veel gebieden in mijn leven zijn weerslag. Maar ik probeer het zo overzichtelijk mogelijk te houden.

Als eerste was er in mijn leven weinig ruimte voor intuïtie en creativiteit. De eenzijdigheid van alleen in het hoofd leven zorgde voor een onbalans. Tegelijkertijd had ik niet in de gaten hoeveel energie ik met het hoofd gebruikte en dat ik te weinig overlaat om het lichaam goed te laten functioneren.
Ten tweede was er een sterke behoefte aan controle. Niet alleen van mezelf, maar ik dacht het soms ook beter te weten voor anderen. Als ik het niet deed, dan werd het niet goed gedaan. Over druk gesproken die je jezelf dan oplegt.
Ten derde gaat het over beweeglijkheid, ruimte voor jezelf. De ziekte liet zien dat ik redelijk onbeweeglijk werd en mezelf nog maar weinig ruimte gunde.

De beperkende overtuigingen
Voor deze drie grondoorzaken ben ik op zoek gegaan naar de beperkende overtuigingen.

    1. Het moet een resultaat (en een goed resultaat) opleveren anders hoef je er niet aan te beginnen.
    2. Dat resultaat kan alleen bereikt worden door alles helemaal uit te denken en stap voor stap zelf goed uit te voeren.
    3. Daarmee heb je dan heel veel zelf te doen. Iemand anders vragen is dan niet aan de orde. Dus kun je maar beter bezig blijven en zorgen dat alles piekfijn in orde komt.

Dit zijn dus duidelijk oplossingen van het hoofd. Vreemd genoeg zat er ook heel veel twijfel of ik het wel allemaal zelf kon doen. De dubbele stress komt nu wel goed naar voren.

Recept
Op het gebied van overtuigingen: laat de controle en het resultaat los. Dat kan, als je geduld hebt, door te gaan schrijven, tekenen, dansen, tuinieren, muziek maken of luisteren. Ik ging vooral schrijven. Maar dat is tegelijkertijd de valkuil. Dat is een manier van jezelf uiten, die weer vanuit het hoofd kan worden gedaan. In een flow komen en vanuit gevoel schrijven is de bedoeling. En dan moet je loslaten dat het leesbaar en begrijpelijk enz. is. Ik heb hiervoor het boek “The Artist Way” gebruikt. Maar in eerste instantie deed ik alleen de voor mij gemakkelijke oefeningen. Ik schrijf elke dag 3 ochtendpagina’s, maar dat gaat meestal over dagelijkse dingen. Het heeft wel geholpen, maar er kan nog meer.
Het recept nu: blijf schrijven, maar ga ook tekenen of verven zonder dat het iets hoeft te worden. En niet een keertje, nee regelmatig. Op je eigen tempo en volgens je eigen voorschrift.

Laat het resultaat ontstaan
Omdat het voor mij heel moeilijk is om ergens aan te beginnen, zonder enig idee wat het moet worden, mag ik er kort aan denken. Wat wil ik graag. Bij tekenen zijn het vaak bloemen. En ook nog vaak dezelfde. Maar dat geeft niet, ik mag gerust elke dag een bloem tekenen en alleen afwisselen in kleuren en vormen. Ik sta er even bij stil en vraag mezelf dan welke kleur bij deze dag hoort. En het niet helemaal vooraf bedenken betekent in ieder geval veel minder frustratie. Want zoals je al wel begrepen heb kan ik niet goed tekenen. Door dan minder van jezelf te eisen, wordt de activiteit leuker en kun je gewoon blij zijn met het doen. En als gevolg daarvan dan ook weer tevredener met de uitkomst.
Het recept nu: pak deze werkwijze weer op en probeer het op zoveel mogelijk activiteiten uit.

Maak ruimte voor jezelf
Mijn lichaam toonde een onbeweeglijkheid, maar die onbeweeglijkheid zat ergens anders. Alleen op het niveau van het lichaam werken aan beweeglijkheid werkt niet. Je hebt er bewustzijn voor nodig. Ik had tijd nodig om te zien waar de onbeweeglijkheid nog meer voorkwam. En dat kun je niet doen door heel druk te blijven, daarvoor heb je stilte en rust nodig. Even helemaal teruggeworpen op jezelf kun je weer zien in welke richting je wilt bewegen. Niet meer terug, maar verder en op een nieuwe manier.
Vorig jaar deed ik erg mijn best om te lopen en meer te doen en heb mezelf helemaal uitgeput omdat ik het op een oude manier wilde doen. Nu leer ik langzaam opnieuw rechtop komen en balans vinden. Dus gericht aandacht in het lichaam en niet alleen alles naar het hoofd. Het lopen gaat nog niet zo snel, maar ik raak er niet meer helemaal uitgeput van.
Het recept nu: blijf voelen wat het lichaam kan en blijf ook aanwezig. Dus niet met je gedachten alle kanten op, eisen dat je meer en sneller moet lopen. Maar kijk wat het lichaam aankan en luister daarnaar. Omdat iets ooit zo was, hoeft het niet zo te blijven. Word flexibeler en probeer nieuwe dingen uit.

Hoe ziet jouw recept eruit?

Het bewijs voor zelfgenezing

Geen enkele lichamelijke ziekte staat los van de ziel – Socrates

De transformatie van een dokter
Ondanks of misschien wel dankzij een behoorlijke keelontsteking ben ik eindelijk begonnen in het boek “Meer brein, minder medicijn” van dr. Lissa Rankin.
Er zijn best veel artsen, die het reguliere pad hebben verlaten en op zoek zijn gegaan naar andere geneeswijzen. De meeste artsen zijn door hun collega’s niet erg serieus genomen, sommigen uit het vak gezet en totaal genegeerd. Een paar van die artsen komen binnenkort nog aan bod. Over Lissa Rankin kon ik zo gauw niets negatiefs vinden, maar er zijn ongetwijfeld artsen en wetenschappers die haar nieuw ontdekte methode voor zelfgenezing niets vinden. Na een twaalfjarige studie voor arts, gynaecoloog is ze totaal ongelukkig geworden in haar werk. Ondanks dat ze alle bijbehorende statussymbolen heeft, haar man huisman is en ze net een dochtertje heeft gekregen besluit ze toch te stoppen met haar werk. Ze kan niet langer 40 patiënten per dag zien, met de deurknop al in de hand staan als de patiënt in haar kamer nog aan het praten is. Dit is niet waarom ze arts is geworden en helemaal niet wie ze wil zijn. Nadat ze gestopt is, begint ze haar onderzoek. Naar die wonderlijke verhalen, die ze daarvoor heeft afgedaan als onzin, niet bewezen en zeker niet wetenschappelijk. Maar eigenlijk met de vraag wat er achter die zgn. wonderlijke genezingen zit. Hoe het kan dat mensen wel beter worden als er eigenlijk niets is wat dat heeft bewerkstelligd. Ze heeft in haar boek heel veel wetenschappelijk bewijs aangevoerd om haar punt te maken. Ze heeft ook verschillende TED talks gegeven. Als je tijd en zin hebt bekijk er dan eens een. De informatie uit het boek geef ik in het kort weer. Het past allemaal niet in één post. Zet je detective pet weer op en kijk of het voor jou logisch is en de moeite waard om hier verder mee te gaan.

Placebo- en nocebo effect
Net als elke arts is ze bekend met het placebo-effect. Ze bestudeert de best gedocumenteerde onderzoeken. Zo stuit ze op een in 1955 gepubliceerd artikel ‘The Powerful Placebo’. In dat artikel wordt gesteld “dat als je mensen medicijnen toediende, velen opknapten. Maar als je hun gewoon zout water of een ander inert ingrediënt gaf, ongeveer een derde ook genas, niet alleen in hun hoofd, maar ook lichamelijk en op een manier die in het lichaam aangetoond kon worden.”
Dus met andere woorden als jij gelooft dat je van een bepaalde behandeling beter wordt, dan heb je grote kans dat je dan beter wordt of je nu de echte behandeling krijgt of niet. En het tegengestelde is ook waar. Je kunt jezelf ook zieker denken dan je bent. Dat wordt het nocebo effect genoemd. Het schijnt veel voor te komen bij studenten medicijnen.

5 verklaringen voor het placebo effect

  • De verlichting van de symptomen wordt ervaren omdat de patiënt denkt dat dit zal gebeuren. Deze verklaring ligt het meest voor de hand.
  • Klassieke conditionering is de tweede verklaring. Als je gewend bent een echt medicijn te krijgen van iemand in een witte jas, ben je misschien geconditioneerd om je ook echt beter te voelen.
  • Emotionele steun. De patiënten die meedoen aan een klinische trial krijgen meer aandacht en steun en soms zelfs een helende aanraking door een autoriteit in een witte jas.
  • Mensen ondergaan ook nog andere behandelingen. Hoewel de onderzoekers proberen die mensen eruit te filteren is er nog steeds een percentage dat heimelijk andere behandelingen ondergaat.
  • Het symptoom is vanzelf opgelost. Zelfs als je patiënten in een donkere kamer zet, zonder enige behandeling of persoonlijke aandacht, dan zal nog een bepaald percentage beter worden.
  • Jezelf zijn, hoe doe je dat?

    dr-seuss-youer-quote (Vandaag ben je jij, dat is waarder dan waar, er is niemand op aarde, die jijer is dan jij.)

    Jezelf zijn
    Ik houd ontzettend van de boekjes van dr Seuss, ik heb ze in het Engels. De moeilijkheid is dat ze niet zo maar in het Nederlands te vertalen zijn. Ik heb een poging gewaagd, maar ben er niet erg in geslaagd. Alle boekjes zijn helemaal op rijm geschreven, maar het Engels is niet moeilijk. Ik kan je in het bijzonder “Oh, the places you’ll go” aanraden. En dit boekje is wel in het Nederlands vertaald onder de titel “Gefeliciteerd, vandaag is het jouw dag!” Zijn boeken zijn voor kinderen, maar ook voor volwassenen heel leuk om te lezen. Als je je realiseert dat jij jij bent en zelf je weg kunt kiezen. Je kunt dan overal naar toe gaan, waar kun je dan wel niet allemaal terecht komen. Je beleeft ineens nieuwe avonturen en natuurlijk zul je soms bang zijn, zelfs “scared right out of your pants”. Maar dat geeft niet, want jij bent onderweg naar wat jij wilt en zoals alleen jij dat kunt. Het lijkt een simpel verhaaltje, maar het is een avontuur waar niet veel mensen aan durven te beginnen. Want we zijn te bang om de eerste stap te zetten. Opgevoed, zoals Anita Moorjani zegt, op een dieet van angst.

    Wat weerhoudt ons ervan om onszelf te zijn?
    In de kern gaat het er natuurlijk om dat we bang zijn niet goed genoeg te zijn en door anderen afgewezen te worden. Dat kan gaan over of je wel een naveltruitje aan mag. Als dan de reactie van een tijdschrift-mode-expert is dat je dat beter alleen kunt doen als je een platte buik hebt, ontstaat er meteen een actie (echt gisteren gezien) van mensen die vinden dat er geen regels zijn en dan juist dat truitje gaan dragen. Er zijn natuurlijk ook geen regels, maar waarom zou je deze regel dan bestrijden, daarmee bevestig je het juist.
    Wij zijn voor hele dagelijkse dingen bang. Zullen we wel de juiste mode dragen, in de juiste buurt wonen, het mooiste huis hebben, helemaal perfect gestyled, genoeg vrienden hebben op sociale media en genoeg likes. Zijn we wel slank genoeg, leuk genoeg, mooi genoeg? Ik vind het voordeel van mijn leeftijd dat ik een heleboel van die thema’s naast me neer kan leggen. Maar ik ben toch teleurgesteld als ik mijn statistieken zie en dan nog altijd denk dat mijn schrijven beter moet zijn, het onderwerp toegankelijker etc. Maar de waarheid is dat dit bij me past. Dat dit een onderwerp is, waarvan ik veel weet en graag over vertel. Als er dan niet zo veel mensen willen luisteren is het toch jammer. Daar ga ik nog wel mee aan de slag. Misschien leer ik wel voor Google begrijpelijk schrijven.

    Wat kun je doen?

    • Accepteer dat je bent wie je bent. Uniek met unieke talenten en mogelijkheden.
    • Stop met vergelijken. Het gras lijkt wel groener aan de andere kant, maar je kunt er eigenlijk niets van zeggen. Een vriendin van mij zegt dat ze eigenlijk niet met iemand anders wil ruilen en eerlijk gezegd geloof ik ook niet dat je daar gelukkiger van wordt. Zelfs nu, nu ik nog lang niet kan doen wat ik wil, is het nog nooit bij me opgekomen dat ik met iemand anders kan ruilen.
    • Maak het beste van wat jij bent en kunt. Als jij houdt van tekenen of taarten bakken, doe dat dan met de meeste aandacht en zorg. Ik betrap me nog vaak op onderschatting van mezelf. Ik denk vaak dat ik niets bijzonders kan. Ik kan van alles wat, maar specifiek? Pas vroeg iemand me of ik geen boek wilde schrijven. Ik zei dat ik dat niet wist. In mijn ogen schrijven mensen zo snel een boek als ze iets hebben meegemaakt. Maar zoveel bijzonders maak ik niet mee. Toen zei ze “Ja, dat denk je. Voor jou is het niets bijzonders, maar dat wil niet zeggen dat het ook echt zo is.” Daar ben ik nog over aan het nadenken.
    • Laat anderen maar praten. Mensen vertellen je zo gauw dat iets een slecht idee is of dat dat niet gaat werken. Als jij ervan overtuigd bent, dat jij het moet doen, laat je dan niet tegenhouden. Negeer het negatieve en vraag ze liever wat zij zouden kunnen doen om je verder te helpen.

    Wat zou voor jou het beste om je eigen pad te volgen?

    En dat is dan je familie

    Kun je van een zwart schaap een witte trui breien? Uit “En dat is dan je familie” van Ed Nissink

    De ene familie is de andere niet
    Deze keer weer een klein boekje getiteld “En dat is dan je familie” over de relatie die nooit eindigt. Het is een met humor geschreven boekje over wat je allemaal in je familie kunt leren en ook dat de patronen en overtuigingen je behulpzaam of in de weg kunnen zitten, helemaal afhankelijk van hoe jij het hebt ervaren. Een voorbeeld: “Het kind dat altijd zijn bord moet leegeten, bijvoorbeeld omdat het dagelijks wordt vergeleken met kinderen in landen waar niet genoeg eten is, kan daar geheel onaangetast v.olwassen mee worden, een ernstige vorm van boulimia, anorexia of zwaarlijvigheid ontwikkelen, verslaafd raken aan drank of andere harddrugs, volmaakt gelukkig worden, een succesvolle carrière krijgen, zijn eigen gezin vermoorden, jong sterven of meer dan honderd jaar oud worden. …. Het heeft alles te maken met de keuzen die het gaat maken op basis van die verplichting om altijd zijn bord leeg te eten, in combinatie met alle andere factoren die zich in zijn jeugd en later voordoen. Onbegonnen werk, zoals je ziet, om dat in kaart te brengen en op basis van die gegevens voorspellingen te doen over het verdere verloop van deze persoon, ook al wordt dat nog steeds door allerlei wetenschapsgebieden (vooral de psychologie) geprobeerd. Ieder kind is anders, iedere ouder ook; elke familie heeft zo zijn eigen eigenaardigheden, gewoonten, patronen, strategieën en gezamenlijke overtuigingen”.

    Daarom kan ik me na ruim 20 jaar dus nog steeds verbazen over de patronen bij mijn schoonfamilie. In mijn eigen familie, die net zulke, maar dan andere eigenaardigheden hebben, valt het me toch minder op. In het boekje vind je een paar voorbeelden van hoe die patronen ontstaan. Wat moet je ermee? Het lijkt erop dat je in je verdere leven steeds weer mensen aantrekt, die lijken op je familieleden. En als je last hebt van die patronen, kun je maar beter erkennen en herkennen waar het vandaan komt. Natuurlijk zonder iemand de schuld te geven. Neem de ver-antwoord-elijkheid voor je eigen gedrag, dan vind je een nieuw antwoord en kun je je eigen gedrag veranderen.

    Zijn tips om er iets mee te doen.

    • Herken je eigen aandeel in het geheel. Dus niet: Wat doe jij om mij kwaad te maken? Maar: Wat doe ik om zo kwaad te worden?
    • Loskomen van beperkende banden. Dus niet: Als Fred niet onmiddellijk ophoudt met mij te kleineren, ga ik bij hem weg. Maar:  Waar kies ik op dit moment voor? Wil ik bij Fred blijven? En zo ja, neem ik zijn kleinerende opmerkingen dan voor lief?
      • Maak keuzen. Dus niet: Ik kies voor Lenny, maar baal ervan dat ik Hans niet heb. Maar: Ik kies ervoor om liefde te voelen voor de mensen waarvan ik houd.
      • Zoek de humor en relativeer. Dus niet: Wat een rotweer zeg! Nu kan ik niet naar buiten. Maar: Welke boeken heb ik die ik nog wil lezen?
      • Lach om jezelf. Dus niet: Gadverdamme, alweer een vetrolletje erbij. Maar: Eens kijken hoeveel vorken ik tussen twee van die vetrolletjes kan vastklemmen zonder mijn handen te gebruiken.
      • Laat het ze weten. Dus niet: ik word doodziek van dat gemanipuleer van mijn vader. Maar: Pap, weet je dat je je neus altijd een beetje optrekt als je aan het klagen bent? Heb je daar wel eens op gelet?
      • Speel eens het familiespel (de uitleg staat in het boekje, maar je kunt er ook je eigen fantasie op loslaten).  Dus niet: Wat moet ik in vredesnaam met mijn familie aan? Maar: Heb ik nog karton, lijm en sateh-stokjes in huis.
      • Geef jezelf wat je nooit kreeg. Dus niet: Jij moet mij liefde geven. Maar: Ik geef mezelf liefde. Als jij dat ook doet, is dat hartstikke mooi meegenomen.

      Net als Ed Nissink wens ik je een leerzame familie toe.

    Het verhaal waarin je gelooft

    Sometimes the people with the worst past, create the best future. – Umar bin al Khattab (Soms creëren mensen met het slechtste verleden de mooiste toekomst)

    Wat is jouw verhaal?

    We geloven allemaal dat datgene wat we onszelf vertellen waar is. Het verhaal van een fijne of ongelukkige jeugd, de kansen die je ziet of dat het bij jou juist allemaal niet lukt. En als je dat verhaal lang genoeg voor jezelf herhaalt is het natuurlijk ook waar. Vorige keer schreef ik al dat het uit de weg gaan van het verleden niet helpt om je hiervan los te maken. Maar dat juist het onder ogen zien en een nieuw perspectief aanbrengen kan helpen. Dat kun je je voorstellen zoals je bijvoorbeeld een gebouw waarvan je als kind dacht dat het heel groot was, als volwassene ineens hele normale proporties vind hebben.

    Het verhaal van de honden

    Of in mijn geval: hoe hele enge en bedreigende honden normale dieren werden. Dit is maar een klein voorbeeld. Maar het werkt in het klein en in het groot min of meer hetzelfde. Ik ga dan uit van een mens met voldoende veerkracht. Het verhaal is als volgt. Ik was ongeveer 3 of 4 jaar. Mijn moeder had me gevraagd om een zakje zwitsal te halen bij een klein winkeltje 2 huizen verder. Die boodschap had ik gedaan en vrolijk huppelend ging ik terug naar huis. Het zakje zwitsal danste vrolijk met me mee. Aan de overkant stonden mensen te praten en ineens kwam er een herdershond op me afgerend. Hij sprong tegen me aan en voor ik wist wat er gebeurde lag ik op de grond. Door mijn gegil en gekrijs ongerust geworden kwam mijn moeder uit huis gelopen en de mensen van de overkant probeerden me ook gerust te stellen. Maar in mijn hoofd had zich de angst voor honden al helemaal vastgezet. Ik was ervan overtuigd dat het de meest gevaarlijke en onberekenbare beesten waren. Dat heeft het fietsen naar school heel lang heel angstig gemaakt. Totdat ik ergens in mijn beter-worden-proces onder hypnose naar die situatie terugging. En toen kon ik zien dat de hond kwispelend op me af kwam om te spelen. Daarna kon ik de angst los laten. Sindsdien zijn ze nog niet mijn beste vrienden, maar zelfs de bakbeesten van mijn zus jagen me geen angst meer aan.

    Waarmee ik maar wil zeggen dat ik nog veel langer de angst voor honden had kunnen vasthouden. Dan had ik in alle situaties geprobeerd ze te vermijden. En dan had ik steeds waar ik ook maar heen ging op mijn hoede moeten zijn voor onverwacht te voorschijn komende honden. Door naar de situatie terug te gaan met meer kennis en ervaring dan toen ik zo klein was, kon ik de situatie anders interpreteren en het vanaf dat moment anders doen.

    Een nieuw perspectief om je verder te helpen

    Hoewel ik nog steeds vind dat je zelf moet kiezen en een psycholoog niet voor iedereen goed voelt, is er wel winst te behalen door een nieuwe zienswijze op een oud verhaal te krijgen. Je hoeft jezelf niet vast te blijven zetten in een eenmaal gevormd verhaal. Als het verhaal heel mooi is, hoef je er niets mee en heb je er ook geen behoefte aan. Maar bijna iedereen heeft wel iets wat een eigen leven is gaan leiden en voor ellende zorgt. Als de ellende je teveel wordt en je eraan toe bent een andere weg in te slaan, ga er dan mee aan de slag. Pak het op jouw manier aan. De manier, die bij je past en waarbij jij je goed voelt.

    Een paar suggesties om hier zelf mee aan de slag te gaan.

    – Lees het boek “de helende reis” van Brandon Bays en vraag iemand om het script van de fysieke reis met je door te nemen.

    – Verdiep je in RET, ontdoe je van het merendeel van de moetens in je leven

    – Lees eens iets over de voice dialogue en kijk of dat wat voor je is.

    – Lees het boek “de energie van emoties” en doe de ademhalings-oefeningen die daarin staan.

    – Of ga in gesprek met je lichaam, bijvoorbeeld aan de hand van het boek “Dialoog met je gezondheid” van dr. R. Dahlke of “Focussen” Eugene Gendlin.

    De tijger ontwaakt – Peter Levine, daar zal ik de volgende keer wat meer over zeggen.

    Maar de vraag is vooral: ben je eraan toe om je verleden los te laten en zo ja wat past bij jou?

    Dingen waar je niet aan herinnerd wilt worden

    De omstandigheden, de goede en de slechte, moet men aanvaarden, wat niet belemmert dat men zijn leven eraan kan wijden de slechte te verbeteren. – Etty Hillesum

    Herinneringen
    De afgelopen week maakten twee mensen in mijn omgeving de opmerking dat ze eigenlijk niet met de herinneringen uit hun verleden wilden worden geconfronteerd. En daar ga ik dan een poosje over broeden. Voor mij is het nooit een vraag geweest of ik emotionele ballast wilde opruimen of niet. Ik was immers gericht op beter worden en ik wilde geen mogelijkheid onbenut laten. Ook al zag ik er niet meteen de noodzaak van in, ik ging het advies van mijn huisarts om een psycholoog te bezoeken niet uit de weg. En natuurlijk vroeg ik, ongeduldig als ik ben, de 2e of 3e keer of we al bijna klaar waren. Ik kan ook achteraf niet precies zeggen wat het me heeft opgeleverd, maar ik weet wel dat het geen verloren tijd is geweest.

    Wat ik inmiddels heb geleerd:
    – Het verleden is geweest. Je kunt het niet leuk hebben gevonden, iets hebben gemist, heel veel onrecht hebben meegemaakt, vanuit jouw perspectief iets rampzaligs beleefd of te maken hebben gehad met huiselijk geweld. Nu kan ik over dat laatste niets zeggen. Het lijkt me vreselijk moeilijk daar uit te komen, maar ik ken mensen bij wie dat is gelukt.

    – Je hebt alles wat in je herinnering vreselijk was, al overleefd. Zo erg als het toen was, wordt het niet meer.

    – Door er niet aan te willen denken, maak je duidelijk dat er nog een grote emotionele lading op die herinnering zit. Want als je er echt neutraal over zou kunnen denken, hoef je het niet uit de weg te gaan.

    – De herinnering blokkeren kost heel veel energie. Dat kan alleen als je je adem inhoudt en ergens in je lichaam spieren verkrampt (zie ook de kracht van emoties).

    – Als de effecten van tegenslag en trauma bij kinderen niet wordt behandeld dan levert het grote gezondheidsproblemen bij volwassenen. Kijk hiervoor nog een keer naar de TED talk van dr. Nadine Burke.

    Wat kan je tegenhouden om deze herinneringen onder ogen te zien:
    – een psycholoog heeft alleen kennis door studie, maar die heeft het zelf niet meegemaakt. Dat argument heb ik verschillende keren voorbij horen komen. Nou is dat natuurlijk gewoon een vooringenomen standpunt. Je weet niet of het zo is. Maar zelfs als het zo is, waarom zou je van die kennis geen gebruik maken? Waarom zou je er niets aan kunnen hebben?

    – je denkt dat je het afgesloten hebt door er niet meer aan te denken. Maar iets wat je uit de weg probeert te gaan komt vaak op onverwachte momenten of manieren terug. Stel: je kunt niet leven met de herinneringen aan je tirannieke vader. Je wilt hem niet meer zien en niets meer te maken hebben met alle herinneringen aan hem. Dus je negeert alles aan hem uit je leven. Je hebt zelfs als hij overlijdt, niet de behoefte afscheid te nemen, want voor jou was hij al jaren dood. Maar al dit negeren heeft er niet voor gezorgd dat je iets verwerkt of afgesloten hebt. De herinnering en de bijbehorende emoties zijn nog net zo levend alsof je er zo weer mee te maken krijgt.

    – je denkt dat je het niet zult overleven om terug te gaan naar die herinnering. Waarom zou je al die ellende weer oprakelen? Maar gek genoeg is dat de enige manier om het achter je te laten. Je kunt leren te accepteren dat het verleden was zoals het was. Dat was niet goed en je hoeft het ook helemaal niet goed te vinden. Maar het is gebeurd en je kunt het niet meer veranderen. Maar je kunt wel veranderen hoeveel invloed het nu nog op je heeft.

    Is het zinvol om het verleden te herleven?
    Nou ja, als je dit blog vaker leest ken je de paradox. Ja, want het is niet waar dat het verleden je nu nog iets kan aandoen. De waarheid is dat je het aankunt. Je hebt het al een keer beleefd, maar toen had je niet de mogelijkheden van nu. En als je er verdrietig of boos van wordt, daar zul je niet aan onderdoor gaan. Jezelf toestemming geven om die gevoelens weer te voelen, maakt dat je je uiteindelijk veel beter voelt. Want we kunnen niet selectief emoties blokkeren. We blokkeren naast verdriet en boosheid ook vreugde en liefde. Door alle emoties te voelen, leven we weer. Dus huil twee dagen, een week om wat niet had mogen gebeuren en je zult door je tranen heen weer lachen, ook als je geen Margrietje heet. ( Het liedje van Louis Neefs is natuurlijk wel heel oud, maar misschien vind je het nog op YouTube.)